Daar zat Zipje dan, hoog en veilig op een tafeltje naast mijn stoel in zijn open -want allemaal tralies-kooi in de wachtkamer van de dierenarts, alles en iedereen in zich op te nemen zoals alleen een kat dit kan. In de hoek rechts van ons zat een echtpaar met een Ierse setter, deze hond lag als een tapijtje onder de bank van de echtelieden, en trok af en toe een wenkbrauw op bij het horen van een storend geluid.
Schuin tegenover ons zat een ander echtpaar, gezellig met elk een eigen hond, en anders dan de honden leken deze mensen erg op elkaar; dezelfde jas, dezelfde soort stoere schoenen, en muizig grijs stoffig haar waar de kam al dagen niet meer in de buurt was geweest. Of ze hadden net een woeste boswandeling achter de rug, dat is ook mogelijk. Geen van beiden keken vriendelijk, niet naar de andere mensen in de wachtkamer, en al helemaal niet naar elkaar; er hing iets ruzie-achtigs om hun heen. De man had de hond tussen zijn benen zittend op de grond; het was een drukke jonge herdershond die bij elk geluid dat hij hoorde sneller ging hijgen, onder zijn plek lag al een onaangename plas kwijl.
Zijn 'broertje' was een kleine ruwharige Kaninchenteckel, toevallig dat ik het ras herkende, want ik las laatst hierover bij een quiltster die er heel enthousiast over blogde. Dit teckeltje mocht dan wel klein zijn, zijn blaf was groot, zeer groot, eerst dacht ik dat het de herder was die zo'n diepe bariton-blaf had. En hij blafte dus bij elk geluid dat hij hoorde, en bij elke beweging die hij waarnam. Het teckeltje zat ook niet stil, geen moment, een beetje een ADHD-er dus, en zijn baasje deed niet anders dan het beestje met opgewonden stem te corrigeren, maar ze had zich net zo goed tegen Zipje kunnen richten, het ging het ene teckeloortje in en het andere teckeloortje uit.
En Zipje zat dit zo rustig gade te slaan, je zag hem denken "stelletje druktemakers.". Onder luid geblaf kwam een echtpaar binnen met elk een joekel van een kattenkooi in de hand, van die akelige dichte gevallen met enkel een kijkgaatje door het deurtje met een paar tralies er voor. En een lawaai dat de katten maakten, het leek wel of ze met hun balletjes in de klem zaten, Zipje keek er even van op, zo van "Hee, ken ik jou?", je zag dat-ie zijn neusje gebruikte, maar bijna gelijk zakte hij weer in de relax-stand, niets om zich druk over te maken.
Eindelijk, na een half uur van geblaf, gevit, gehijg (van zowel de honden als de baasjes) en gekrabbel van nagels over de tegelvloer, waren wij aan de beurt.
Zipje had een ontsteking aan zijn schouder die niet vanzelf over ging, en dus moest hij aan de antibiotica pillen en pijnstilling, en we kregen voor 5 dagen pillen mee, 2 keer per dag 2 pillen, joepie zei ik droog tegen de dierenarts toen ik het aantal hoorde, "hadden ze daar niet 1 pilletje van kunnen maken?", vroeg ik hem, maar toen antwoordde hij dat het aan de kat lag, zo'n zware jongen; 6½ kg, is dat nou zo zwaar?
2 opmerkingen:
Och arme kat, hopelijk vliegen de volgende pilletjes erin! Fijn dat je weer terug bent, knuffel Else
Ga eens een boek schrijven, jij! Wat er allemaal uit die pen vloeit van jou!! Het is wonderbaarlijk en erg leuk om te lezen.
Groetjes,
Inge
Een reactie posten